Innovaties in het publieke domein opschalen: 3 succesfactoren

Overheidsorganisaties realiseren veel innovatieve ideeën voor de fysieke leefomgeving. Van creatieve mobiliteitsoplossingen zoals de Snuffelfiets, tot het gebruik van drones voor dijktoezicht. Maar na succesvolle tests van die ideeën in de praktijk, stokt het over het algemeen. "Doordat opschaling uitblijft, is het effect van de vernieuwingen vaak beperkt", zegt Albert Meijer, hoogleraar publieke innovatie aan de Universiteit Utrecht. "Het is lastig om naar aanleiding van die pilots grotere veranderingen voor elkaar te krijgen. Maar het kán wel."

Beeld: ©Albert Meijer

5 soorten opschaling

Opschaling is het vertalen van een succesvol experiment naar de – grootschalige – praktijk. Hoogleraar Albert Meijer onderscheidt 5 soorten opschaling:

  • Scaling in: het experiment dat met hulp van tijdelijke middelen succesvol bleek, wordt de normale werkwijze van de organisatie. 
  • Scaling out: de innovatie wordt ook op andere locaties getest.
  • Scaling up: voor een innovatie die in de pilot succesvol bleek, is een aanpassing van beleid nodig. 
  • Scaling deep: er is brede steun nodig vanuit de samenleving voor de nieuwe aanpak, inclusief aanpassingen aan het systeem, het beleid én het gedrag van burgers. 
  • Scaling beyond: het uitbreiden van een succesvolle innovatie naar andere toepassingen.

"We waren 1 van de grootste pilots in Europa."

Scaling in, out en beyond: de Snuffelfiets

De Snuffelfiets: een reeks sensoren in een kastje, dat inwoners aan hun stuur kunnen hangen om al fietsend allerlei data te verzamelen over de fysieke leefomgeving. Na een 1e pilot in Zeist met 10 Snuffelfietsers, rijden er sinds juni 2019 500 inwoners van de provincie Utrecht met sensoren aan hun fiets om onder meer de luchtkwaliteit te meten. "Daarmee waren we 1 van de grootste pilots in Europa", vertelt innovatiemanager bij de provincie Stephen van Aken. "Als je direct een serieuze impact maakt, helpt dat bij je naamsbekendheid, het enthousiasme en het opschalen."

Ook andere provincies testten de Snuffelfiets. En de provincie Utrecht zit inmiddels in de Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven (DKH GSL), waarin overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en inwoners samenwerken en er nieuwe toepassingen ontstaan zoals sensoren in tuinen. "Die bredere beweging waarbij het vanzelfsprekend is om inwoners te betrekken bij hun leefomgeving is in dit geval misschien wel de belangrijkste vorm van opschaling", vindt Van Aken.

"Er is een verschil tussen de dagelijkse praktijk en de politieke realiteit."

Barrières voor opschaling

De Snuffelfiets is een hoopvol voorbeeld, maar volgens Meijer zijn er een aantal duidelijke barrières aan te wijzen waar organisaties die willen opschalen tegenaan lopen: "Zoals het idee dat iets wat op de ene plek werkt, in een hele andere omgeving niet zal werken. Of de tijdelijke focus van projectbudgetten, die grotendeels losstaan van de structurele logica van overheidsbudgetten. En het feit dat er hele andere competenties nodig zijn voor het inbedden van een innovatie in een organisatie. Tot slot is er een verschil tussen de dagelijkse praktijk, waar innovatie vaak uit voortkomt, en de politieke realiteit die voor een groot deel het beleid bepaalt."

Van Aken: "Ik herken die barrières. Beleidsmedewerkers bij de gemeentes kijken kritisch naar de data van de Snuffelfiets en baseren hun beleid liever op de data van bijvoorbeeld het RIVM. Je moet tijd en capaciteit vrijmaken als je wil innoveren, dat doen mensen er niet zomaar bij. En je ziet ook wel dat mensen weinig over de eigen domeinen heen kijken en voor hun eigen successen gaan."

"Voor opschaling moet je binnen je organisatie tijd en geld vrijmaken."

Zo kan het wel

Voor het succesvol opschalen van je experiment zijn volgens Meijer 3 dingen nodig: opschalingscapaciteit, een evenwicht tussen de creatieve- en institutionele kant van innovatie en een opschalingsstrategie. 

Opschalingscapaciteit

Opschaling gaat niet vanzelf, legt Meijer uit: "Ga er niet vanuit dat een succesvolle pilot sowieso kan rekenen op steun, nieuw beleid of scaling in. Je moet er binnen je organisatie tijd en geld voor vrijmaken en expertise over opbouwen."

Tweehandigheid

Hij licht ook toe wat er nodig is om de creatieve, out of the box-kant van innovatie te verbinden met de kant die in staat is de innovatie in te bedden en hiervoor procedures op te stellen: "De manager moet beide logica’s snappen en zich realiseren dat ze allebei nodig zijn voor innovatie. Onderling begrip en waardering is essentieel."

Opschalingsstrategie

In een proces van opschaling kom je steeds voor keuzes te staan; het is belangrijk een goede opschalingsstrategie te hebben. "Je kunt de 5 opschalingsrichtingen niet tegelijk oppakken en ze vergen andere soorten acties. Daar moet je steeds over nadenken."

"Innoveren is een proces van de lange adem en goede samenwerkingsverbanden zijn daarvoor cruciaal."

Het succes van de Snuffelfiets

Wat het succes van de Snuffelfiets bepaalde, denkt Van Aken wel te weten: "Voor inwoners heeft het een hoge aaibaarheidsfactor. Meedoen kost geen moeite. Voor gemeenten en provincies is het interessant dat er inwoners bij betrokken zijn die letterlijk en figuurlijk in beweging komen en dat je de data kunt koppelen aan meerdere grote opgaves."

Het pilotproject van de provincie liep af in 2021, maar de Snuffelfiets is er nog. "De betrokken bedrijven willen het verder brengen", vertelt Van Aken. "Hiervoor bouwen we een consortium op. De provincie Utrecht en Civity zijn erbij aangesloten en we betrekken kennisinstellingen, bouwers en architecten die zich bezighouden met het inrichten van gezonde wijken. Innoveren is een proces van de lange adem en goede samenwerkingsverbanden zijn daarvoor cruciaal."