De waterstofchallenge: snellere groei en verhoogde efficiëntie
Nederland staat in de energietransitie voor een omvangrijke opgave. In 2050 moet de CO2-uitstoot bijna helemaal op nul staan. Ondertussen neemt de energievraag in Nederland alleen maar toe, en worden de logistieke uitdagingen steeds groter: hoe komen we aan groene energie, en hoe slaan we het op? Hoe zorgen we ervoor dat we energie kunnen verplaatsen? Groene waterstof biedt een kans om deze uitdagingen het hoofd te bieden.
De transitie
Volgens het Klimaatakkoord komt in 2030 minstens 70% van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Minimaal 27% van alle energie (elektriciteit, gas en warmte) wordt dan duurzaam opgewekt. Dat is nog een hele kluif: in 2019 was dit respectievelijk 18% en 8,6%.
Groene energie wordt steeds goedkoper en daarmee steeds toegankelijker. Op zee, land en daken worden steeds meer windmolens en zonnepanelen geïnstalleerd, die een toenemend aandeel van onze energie leveren. Maar voor sommige situaties biedt groene elektriciteit vooralsnog geen oplossing.
Energieconversie en -opslag
Wind- en zonne-energie zijn op piekmomenten al in overvloed aanwezig, en zijn geschikt als energiebron voor woningen en personenvervoer. Voor industriële processen en zwaar transport zijn deze bronnen echter niet toereikend. Daarvoor zou waterstof een goed alternatief kunnen bieden.
Tijdens piekmomenten opgewekte duurzame energie kan worden opgeslagen in waterstof. Deze kan dan later worden vrijgegeven tijdens tekorten, of worden vervoerd naar andere locaties waar behoefte is aan brandstof. Op deze manier zou waterstof ook een groene brandstof kunnen vormen voor bijvoorbeeld industrieel transport of bussen die lang moeten rijden zonder toegang tot laadpalen.
Groen of grijs?
Momenteel wordt waterstof nog grotendeels gemaakt op basis van gas. Het resultaat is zogenaamde grijze waterstof. De verbranding ervan produceert geen uitstoot, omdat die al heeft plaatsgevonden tijdens de productie. In feite is deze energiebron dus nog niet uitstootvrij. Op dit moment is grijze waterstof nog vier keer zo goedkoop als duurzaam geproduceerde waterstof.
De challenge
Daarom moet de waterstofchallenge van de InnovatieExpo 2021 ervoor zorgen dat de productie van groene waterstof in Nederland sneller groeit. Het doel is een prijsdaling van ongeveer 5 euro per kilo naar 2 euro per kilo in 2025. Daarmee is het streven dus dat groene waterstof op een vrije markt kan concurreren, net zoals groene energie waarschijnlijk binnenkort al goedkoper zal worden dan die op basis van fossiele brandstoffen.
De focus binnen deze challenge ligt nu op het efficiënter maken van het elektrolyseproces. Daarbij wil Nederland zelf elektrolysers gaan produceren, om zo ook de vruchten van deze technische
vooruitgang te plukken – in plaats van de machines uit het buitenland te importeren. De ambitie is dat elektrolyse in 2030 met een factor 10 efficiënter is geworden.
InnovatieExpo 2021
Door het projectteam worden op dit vlak verschillende veelbelovende innovaties verkend. Niet alleen wordt er gekeken naar de mogelijkheden om elektrolyse op te schalen, ook de potentie van een ketenbenadering in de chemische industrie, het gebruik van waterstof voor de binnenvaart, en andere circulaire oplossingen binnen de groene waterstofketen worden onderzocht.
Jong Klimaatakkoord
Voor de jongeren die aan de Expo meewerken vormt waterstof ook een noodzakelijk element in het creëren van een toekomstvisie. Zij zullen in aanloop naar de Expo workshops organiseren met experts, bedrijven en jongeren om de kennis uit te wisselen op het gebied van onder andere de energietransitie.
Door deze workshops hopen zij een goed fundament te leggen voor het Jonge Klimaatakkoord, waarin zij doelen op het gebied van wonen, voeding, onderwijs, werken, mobiliteit, energie en circulariteit zullen presenteren. Deze doelen zijn voor de korte termijn (4 jaar), dus zullen behoorlijk concreet moeten worden. Een ander contact dat momenteel verkend wordt is een verbinding met de Jonge Klimaatbeweging, die al een groot bereik heeft. Zo hopen zij een breed publiek aan te spreken en veel draagvlak te vinden voor het Jonge Klimaatakkoord.