Drie vragen aan bunq: ‘Je moet tegen een stootje kunnen’
Nederland kent een groot aantal startups, die lang niet allemaal doorgroeien tot succesvolle scale-up. Ondernemer Ali Niknam liet maar liefst twee startups verder groeien. Zijn bedrijf TransIP werd de grootste webhoster van Nederland en de op drie na grootste van de wereld. In 2015 richtte hij daarnaast “Bank of The Free” bunq op, dat in 2018 al meer dan €200 miljoen vermogen beheerde. En sinds dit jaar is het in dertig Europese landen mogelijk om een rekening bij bunq te openen. Welke lessen leerde Niknam van deze groei?
Welke les die je als startupondernemer hebt geleerd is je het meest bijgebleven?
‘Het is moeilijk één les aan te wijzen. Een vraag die me vaak gesteld wordt is: wat moet ik doen om succesvol ondernemer te zijn? Er zijn zoveel verschillende factoren die daarin meespelen. Soms denken mensen dat ze iets niet kunnen, omdat hun kennis en kunde niet aansluit bij het beeld dat ze hebben van ondernemen. Of andersom: mensen maken fouten omdat ze denken dat een ondernemer A, B of C hoort te doen. Er leiden meerdere wegen naar Rome. Wat voor mij werkt, hoeft voor jou niet te werken. Daarom ben ik ook voorzichtig met advies geven.
Maar als ik echt een les moet delen, dan is het dat je tegen een stootje moet kunnen. Als je elke tegenslag ervaart als mislukking, dan wordt het heel moeilijk om ergens te komen. Zeker als je buiten de gebaande paden wil komen. Bij bunq proberen we vanuit de gebruikersbehoefte te redeneren. Dat betekent soms dat we onontgonnen terrein opgaan. Een voorbeeld is de bankvergunning die we kregen. Het was 35 jaar geleden dat er voor het laatst een bankvergunning was verleend. We zijn daar met zijn allen jaren mee bezig geweest en dat ging echt niet zonder slag of stoot. Maar toen het lukte, was het echt een verovering.’
Welke rol speelde samenwerking met andere partijen in de ontwikkeling van bunq?
‘Een hele grote rol. Bij bunq zijn we goed in een specifieke set dingen, maar we merkten dat we voor een aantal zaken beter met andere partijen samen konden werken. Voor internationale conversie van koersen zijn we bijvoorbeeld een partnership aangegaan met TransferWise. We dachten: we kunnen daar zelf wel iets voor verzinnen, maar zij doen het al heel goed.
Ik vind wel dat we op het vasteland in Europa een voorbeeld kunnen nemen aan het Verenigd Koninkrijk en de westkust van Amerika als het gaat om samenwerking. Daar staan mensen meer open voor partnerships, waarbij iedereen van hun eigen kracht uitgaat. Hier proberen veel mensen toch nog van alles zelf te doen.’
Wat is je belangrijkste tip voor startups die ook willen doorgroeien?
‘Ik werk aan redelijk ambitieuze projecten en dat gaat niet zonder slag of stoot. Ik had het niet kunnen redden als het geen zaken waren waar ik met heel veel passie aan zou willen werken. Je drijfveer moet dieper liggen dan alleen financieel gewin. Daar is ondernemen te moeilijk voor. Voor mij is het belangrijk dat ik dingen doe die me na aan het hart liggen. Als ik de honderd miljoenste tegenslag heb, dan weet ik: ik doe het voor iets dat ik belangrijk vind.’